Door: Muriël van Eeuwijk, fysiotherapeute
Pijn en stijfheid horen bij SCCH en andere reumatische aandoeningen. Hierdoor hebben mensen al snel de neiging om minder te bewegen en de pijn met een verkeerde houding te compenseren. Het gevolg voor de spieren: er kunnen triggerpoints ontstaan.
Wat zijn triggerpoints en hoe ontstaan ze?
Triggerpoints worden ook wel ‘spierknopen’ genoemd. Overal in het lichaam waar spieren zitten, kunnen ze ontstaan. Bij een overbelaste spier zijn een aantal spiervezels meer samengetrokken: zo ontstaat een lokale verkramping. De doorbloeding neemt af, de afvalstoffen hopen zich verder op en de spiervezels gaan aan elkaar vastzitten. De verdikking van de spier die hier het gevolg van is, noemen we een ‘triggerpoint’. Dit geeft een stijf gevoel in de spier, of het gevoel alsof er een strakke band in zit.
Als je een triggerpoint aanraakt, voelt het meestal als een bobbeltje of strengetje. Druk je erop, dan is het meestal pijnlijk. En druk je er hard op, dan kan dat een uitstralende pijn geven naar een ander deel van het lichaam. Dit wordt veroorzaakt doordat andere spieren de taken van de zwakke spier overnemen. Als dit lang duurt, raken ook deze spieren overbelast, waardoor er meerdere triggerpoints kunnen ontstaan en de pijn ergens anders wordt gevoeld: elke triggerpoint heeft een eigen gebied waar de pijn uitstraalt, waardoor het dus voorkomt dat die pijn kan geven in een ander lichaamsdeel. Zo kan een triggerpoint in de bil pijnklachten geven in het been en een triggerpoint in de nek- of schouderspier kan hoofdpijnklachten geven.
Triggerpoints zorgen dus voor pijnklachten en verzwakte spieren, maar geven soms ook rillingen, koude handen en coördinatiestoornissen.
Diverse oorzaken
De oorzaken van triggerpoints kunnen zijn: (chronische) overbelasting, verkramping van spieren, een periode van immobilisatie (door gips of het dragen van een sling), een verkeerde houding, een ongeval, blessure, stress, te weinig beweging, verschil in beenlengte of scheefstand van het bekken.
De behandeling van triggerpoints
Triggerpoints kunnen goed worden behandeld door middel van fysiotherapie. Bij deze behandeling worden er massagetechnieken toegepast om de doorbloeding en de ontspanning van de spier te verbeteren en zo de verkramping in de spier op te heffen. Een andere methode is dry needling, waarbij gebruik wordt gemaakt van acupunctuurnaalden die in het triggerpoint worden gestoken. Activatie van het triggerpoint kan directe ontspanning geven van de spier. Naast deze behandelmethoden, krijg je ook oefeningen mee voor thuis. Ook krijg je bewegings- en houdingsadviezen en adviezen om de spieren warm te houden.
Zelf trainen met oefentherapie
Naast de triggerpoint-behandeling, bestaat de fysiotherapeutische behandeling voor mensen met SCCH uit actieve oefentherapie. Hierdoor kan je de spierspanning verlagen en de beweeglijkheid van nek en schouders handhaven of verbeteren. De oefentherapie wordt afgestemd op de hulpvraag en op de belastbaarheid. Daarnaast worden er adviezen gegeven die passen bij de individuele situatie. Deze gaan over de manier waarop een actieve en gezonde leefstijl bereikt en behouden kan worden. Er worden ook adviezen gegeven over bewegen met pijn en welke sporten of welke bewegingsvormen goed gedaan kunnen worden bij SCCH.
Voor mensen met SCCH is belangrijk dat je binnen je eigen grenzen in beweging blijft en je inspanningsvermogen aanpast bij de mate waarin de ziekteactiviteit opleeft.