Skip to content

Dr. M.M. van der Meent heeft op onze ledendag verteld over DSO, oftewel diffuus scleroserende osteomyelitis. Wat houdt deze zeldzame ziekte in? Waar bestaat de behandeling uit? Wie haar bijdrage heeft gemist, of nog eens terug wil lezen, vindt die hieronder terug.

Diffuus scleroserende osteomyelitis (DSO) van de onderkaak is een zeldzame chronische ziekte waarvan de oorzaak onbekend is. Een van de gedachten is dat het samen met sternocostoclaviculaire hyperostose (SCCH) voorkomt, of een verschijnsel is van chronische recurrente multifocale osteomyelitis (CRMO), of het SAPHOsyndroom (synovitis, acne, pustulosis palmoplantaris, hyperostosis, osteitis). Daarbij bestaat de veronderstelling dat hyperactiviteit van de kauwspieren een factor is die bijdraagt aan het ontstaan en onderhouden van DSO. Een andere naam die ook wel gebruikt wordt, is chronische tendoperiostitis (TP).

Klinische kenmerken van DSO zijn terugkerende perioden van pijn aan de onderkaak, een beperkte mondopening en zwelling van de wang. Tevens zien wij vaak gevoeligheid van de kauwspieren. Op röntgenfoto’s wordt vaak een hogere verdichting van het bot (sclerose), botafbraak (osteolyse), excessieve botvorming en progressieve vervorming van de onderkaak gezien.

Conservatieve therapie blijkt in 55 procent van de gevallen de pijnklachten bij patiënten met DSO te verminderen

Andere beeldvormende technieken, zoals botscintigrafie*, laten zien dat er actieve botvorming is in de onderkaak. Daarnaast kan een botscintigrafie aanleiding geven om patiënten voor verdere analyse en behandeling bij eventuele SCCH door te verwijzen naar de endocrinoloog. In het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) worden patiënten met DSO in de eerste instantie behandeld middels conservatieve therapie zonder medicatie, wat bestaat uit het geven van uitleg over de ziekte, het dragen van een opbeetplaat en fysiotherapie. Deze therapie blijkt in 55 procent van de gevallen de pijnklachten bij patiënten met DSO te verminderen. Als patiënten geen verbetering laten zien na conservatieve therapie, worden zij verwezen naar de endocrinoloog om, indien mogelijk, met intraveneuze bisfosfonaten behandeld te worden. Uit onderzoek blijkt dat het merendeel van de patiënten verbetering van de symptomen laat zien na behandeling met bisfosfonaten.

Klinische kenmerken zijn terugkerende perioden van pijn aan de onderkaak, een beperkte mondopening en zwelling van de wang

*Botscintigrafie, oftewel een botscan, is een beeldvormend onderzoek dat de arts inzet om botaandoeningen te diagnosticeren en de ernst van de botziekte te identificeren, meestal omdat andere beeldvormende onderzoeken geen of onduidelijke resultaten opleveren – redactie. Bron: www.mens-en-gezondheid.infonu.nl.

Back To Top