Skip to content

Sinds ik reuma heb, is vakantie vieren anders. Ik kan niet de hele dag iets actiefs doen en moet mijn energie verdelen. Daarbij is het reizen ook nog eens superzwaar. Ik word niet alleen snel misselijk, maar het lange wachten op een vliegveld en krap zitten in een vliegtuig kost gewoon veel energie – laat staan veertien uur in een auto hangen, waar ik vervolgens als een oud omaatje uitkruip. En had ik al verteld wat voor een gedoe het is om je medicijnen mee te nemen? Nee, reizen is niet het leukste als je deze ziekte hebt. Toch ben ik afgelopen zomer een weekje weg geweest. Hoe dat ging?

Je vakantie plannen

Al drie jaar zou ik naar mijn zus in Italië gaan. Maar al drie jaar stond ik in de wachtstand. Corona en bijwerkingen van mijn medicatie zorgden ervoor dat ik niet kon gaan. Toen in februari bleek dat alle maatregelen zouden komen te vervallen en de bijwerkingen van mijn huidige medicijn uitbleven, plande ik direct de reis naar Italië in. Dat bleek echter nogal makkelijker gezegd dan gedaan: mijn zus is een
drukbezet persoon en het moest ook nog eens passen in mijn medicatieplanning. Ik krijg namelijk één keer in de acht weken mijn medicatie en voel me het beste in het midden van die medicatieperiode.

Desondanks wisten we een volle week te vinden die zowel voor haar als voor mij perfect uitkwam!

Zorgen

Nadat al mijn enthousiasme (want ‘whoohoo’, ik ging éíndelijk op vakantie!) opklaarde, begonnen mijn zorgen. Want hoe ging ik dat doen? Reizen kost me heel veel energie en in m’n eentje reizen des te meer. Kon ik iemand vragen om me naar het vliegveld te brengen? Dat zou me namelijk al heel veel energie schelen. En welke koffer ging ik dan meenemen? Liefst eentje die niet te zwaar was om te tillen en te trekken – een koffer die ik niet had. Maar ook: hoe ging ik de vliegreis overleven, als ik alleen maar misselijk in een stoel zou zitten? En de laatste (maar niet de minste) zorg: hoe ging ik mijn medicijnen meenemen?

‘Ga op vakantie’, zeggen ze dan. Maar met een chronische ziekte als reuma komt daar veel meer bij kijken dan je zou denken.

Alsof de goden mijn zorgen hoorden

Na weken peinzen, proberen mensen te regelen voor vervoer en dingen ook gewoon voor me uit te schuiven (vermijden is soms de beste strategie), kreeg ik ineens een verrassend appje van mijn vriendin. “Hi Marja, Erik en ik willen eigenlijk ook nog naar Italië. Zullen we anders met je meegaan?” Alsof de goden mijn zorgen hadden gehoord en een oplossing in mijn schoot wierpen. Als zij meegingen, zou me dat namelijk heel veel ‘reisenergie’ besparen! Ik hoefde dan ook niet lang na te denken en typte direct “Ja! Superleuk!” terug.

Mijn vakantie begon er ineens een stuk beter voor te staan.

Here we go!

Het duurde daarna niet lang of de vertrek dag was aangebroken. Nadat ik alles nog voor de laatste keer checkte – Had ik al mijn medicijnen ingepakt? Medicijnpaspoort, de juiste schoenen en nog veel meer dingen mee? – gingen we naar het vliegveld.

Enigszins opgelucht, want ik hoefde mijn biological niet mee te nemen. Dat zou namelijk nog meer stress en voorbereidingen gekost hebben. Het enige dat ik hoefde te doen, was zitten en genieten. Ik werd gebracht naar het vliegveld, alles was geregeld en ik hoefde alleen maar te volgen. Ideaal!

Maar nadat we geland waren en mijn zus ons had opgehaald, was ik zó gesloopt, dat ik heel vroeg naar bed ben gegaan. Ondanks de voorbereiding, was de reis toch ontzettend vermoeiend.

Het aanpassen van mijn reuma-dagritme

Al snel kwam ik erachter dat het nogal een uitdaging was om mijn reuma-dagritme af te stemmen op het Italiaanse dagritme. Italianen ontbijten niet, zijn de hele dag actief en gaan pas om 21.00 uur eten. Om 1.00 uur naar bed gaan was dan ook meer regelmaat dan uitzondering. Er zat dan ook een groot verschil – en dat is geen understatement – tussen het Italiaanse dagritme en dat van mij: op ti jd op, ontbijten, veel rusten tussendoor en om 21.00 uur naar bed.

Dit betekende dat ik deels mee kon gaan in dit Italiaanse la dolce vita-ritme, maar dat ik ook heel goed mijn grenzen moest bewaken. Zo bleef ik niet elke avond nog na hangen en kletsen. Ik ging na het eten direct naar bed. En ook in de middag zorgde ik ervoor dat ik kon rusten. Anders zou ik het avondprogramma niet kunnen volhouden. Daarnaast wisselden we actieve en ontspannen uitjes af. Zo gingen we de ene dag een stad bezoeken en lagen we de andere dag op een stranddoek aan het water. Door de dagen zo in te vullen, lukte het me om deels mee te gaan in het Italiaanse ritme van mijn zus.

Maar er waren ook situaties waarin ik verstek liet gaan. Zo gingen mijn zus en mijn vriendin na het avondeten om 1.00 uur nog naar een discotheek. Hoe leuk dit ook was, ik wist dat dit voor mij niet te doen was. We zouden namelijk de dag erna weer vroeg op pad gaan. Ik bedankte dan ook vriendelijk en was superblij dat ik heerlijk naar mijn bed kon gaan.

Of ik weer zou gaan?

Al met al heb ik een superleuke vakantie gehad. Veel gelachen, gedanst en gegeten. Maar het was ook supervermoeiend: veel gelopen, slecht geslapen en continu mijn grenzen bewaakt. Zou ik dan weer op vakantie gaan met mijn reuma? Het enige antwoord wat ik hierop kan geven is ‘Ja!’ Hoewel ik lichamelijk doodmoe ben teruggekeerd en de voorbereidingen ontzettend stressvol waren, heb ik er zoveel mentale energie voor teruggekregen. Energie die ik de weken erna nodig had om de mentale uitdagingen die ontstonden aan te kunnen gaan. Voor mij was deze vakantie dan ook supervermoeiend en een hele uitdaging, maar het uiteindelijk meer dan waard. Enne, volgend jaar? Dan ga ik zeker weer!

Back To Top